zondag 19 juni 2011

Gekooid

Ik ken een man die zielsveel van vogeltjes houdt. Op een kamer in zijn huis is het een gekwetter van jewelste. In keurige kooitjes zitten wedstrijdvogeltjes, met prachtig glanzende veren en de juiste maten. Hij besteedt er veel tijd aan, is telkens op zoek naar de juiste voeding, het goede klimaat, het voorkomen en verzorgen van ziektes. Hij wint prijzen en hij is gelukkig. En de vogeltjes? Die weten niet beter, die zijn zo geboren en zullen zo sterven. Ik weet niet hoe het zit met welbevinden en betrokkenheid bij vogeltjes.

Ik ken een schoolbestuur wat veel van kinderen en leerkrachten houdt. Ook zij willen het zo goed mogelijk doen, zodat alle kinderen zich optimaal ontwikkelen. Hun laatste goed bedoelde actie is het opleggen van de verplichting aan directeur en IBer om alle methodes per leerjaar op te delen in kwartalen, met vaste doelstellingen en meetpunten, zodat leerkrachten precies weten waar kinderen uit moeten komen. Alles wordt goed gecontroleerd, gekeken, gemeten en waar nodig wordt ‘voeding’ en klimaat aangepast.
En de kinderen en leerkrachten? Die weten niet beter, die zijn zo opgeleid en zullen zo verder werken. Of toch niet?! Ik weet wel hoe het zit met welbevinden en betrokkenheid bij kinderen en leerkrachten. En ik denk steeds beter te weten hoe het zit met het leven.
Wat is er toch gebeurd met het vertrouwen in de groei- en ontwikkelkracht van kinderen en de competentie van leerkrachten? Waarom voelt een bestuur de behoefte om op deze manier tot opbrengsten te komen en leerkrachten te behandelen als niet bekwame professionals?

Onze kinderen mogen in tegenstelling tot de wedstrijdvogeltjes straks wel de wereld in. Sterker nog, ze staan al midden in het leven. School is geen broedplaats voor gekooide wedstrijdvogeltjes. Vogeltjes zijn gemaakt om te vliegen, te paren, nesten te bouwen, te ontdekken, te genieten. En kinderen zijn gemaakt om het leven te leven en het leven te leren. Dat doen we niet door voortdurend te meten, een perfect aangepast dieet en de perfecte omstandigheden te creƫren. Dat doen we door dichtbij te zijn, vertrouwen te hebben en samen met hen op pad te gaan. En hen de tools te geven die ze nodig hebben: zelfvertrouwen, zelfsturing, maar natuurlijk ook een brede algemene ontwikkeling en een goed taal- en rekenniveau waarmee je vooruit kunt in de wereld.

En die kooitjes, met hun uitgebalanceerde klimaat en voeding: Laten we die benutten voor de vogeltjes die ziek zijn, kapotte vleugels hebben, het even niet aan kunnen en rust nodig hebben. Dan kan de verzorger zijn liefde, aandacht en zorgvuldigheid kwijt en krijgen de vogels die het echt nodig hebben, wat ze echt nodig hebben.

Ik snap dat deze metafoor niet opgaat voor de man die van vogeltjes houdt, want dat betekent dat zijn beste exemplaren ver weg vliegen, de wereld in. Maar voor schoolbesturen: Geniet van je beste exemplaren, leerkrachten en kinderen die ver weg vliegen, de wereld in, omdat ze van jou een goed fundament hebben meegekregen!

(c) Wilma van Esch

Wilma van Esch (1966)  is projectleider van het expertisecentrum E.G.O. Nederland, eindredacteur van het tijdschrift Egoscoop en voorzitter van het docentennetwerk Jonge Kind. Zij verzorgt lezingen, tweedaagses, studiereizen, trainingen en workshops voor leerkrachten,  schoolleiders en docenten HBO.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten